De dans van verdedigen en terugtrekken
- Susanne Bouwmeester
- 24 aug
- 5 minuten om te lezen
Ik ken het maar al te goed: ik deel iets oprechts en ineens voel ik hoe de ander zich verdedigt of hoe ik zelf terugdeins. En misschien herken jij dat ook.. die kleine bewegingen waarin een veel dieper verlangen schuilgaat. In dit artikel schrijf ik over de pijn van niet ontvangen worden, over de dans van verdedigen en terugtrekken en over de mogelijkheid om juist daar open te blijven.
We kennen het allemaal: een gesprek waarin we iets delen met de beste intentie, in de stroom van liefde zoals die door ons heen beweegt en toch verandert de sfeer ineens. De ander schiet in de verdediging, probeert zich te bewijzen of trekt zich terug achter een muur van woorden.. en wijzelf voelen de neiging stil te vallen of ons juist terug te trekken. Wat aan de oppervlakte lijkt op een botsing tussen twee mensen, blijkt van binnen een veel dieper patroon te zijn: twee bewegingen die elkaar spiegelen en allebei geboren zijn uit hetzelfde verlangen om gezien, erkend en geliefd te worden.
Wanneer de liefde die door mij heen stroomt niet ontvangen lijkt, voelt dat soms alsof de verbinding wegvalt, alsof er geen werkelijke ontmoeting mogelijk is. Ik deel iets vanuit oprechtheid en ineens merk ik dat de ander zich gaat verdedigen: laten zien dat hij of zij het ook allemaal weet, dat er kennis en bewustzijn aanwezig is of door te corrigeren, uit te leggen, gelijk te halen of meteen terug te verwijzen naar de eigen ervaring. Nog voor ik het doorheb, beweegt er iets in mij naar binnen. Alsof er een stem fluistert: laat maar.
Het kan dan voelen alsof mijn woorden geen bedding vinden, alsof die liefde geen plek krijgt om te landen. Soms komt er zelfs de gedachte op: als zelfs de liefde die ik deel niet welkom is, wat doe ik hier dan? Het raakt aan die oerlaag die zoveel mensen kennen: de overtuiging dat ik niet genoeg ben om van te houden, dat er een gebrek in mij zit dat nooit kan worden vervuld. En toch is dit, hoe echt het ook voelt, een misverstand. Het is niet de waarheid van wie ik ben, maar een oude wond die me juist kan herinneren aan de liefde die nooit afwezig is geweest. En misschien is dat wel de paradox: dat zelfs deze pijn, dit gevoel van tekort, niets anders is dan liefde die zich op een vernauwde manier uitdrukt.
In die momenten merk ik dat ik stilval, verkramp in mijn woorden of dat ik mijn best ga doen om uit te leggen dat mijn intenties echt goed zijn. In wat we delen kan naast liefde soms ook een vraag meebewegen: het verlangen om gezien of erkend te worden. Juist dat maakt het zo kwetsbaar, want als die vraag niet wordt beantwoord, doet het des te meer pijn. Maar ook die vraag zelf is geen vergissing: het is de beweging van liefde die gezien wil worden en die mij uitnodigt om haar eerst zelf te herkennen als wat ik ben.
En tegelijk zie ik wat er bij de ander gebeurt. Achter de verdediging zit vaak dezelfde kwetsbaarheid als die in mij geraakt wordt. De bewijsdrang, het gelijk willen hebben, het laten zien van kennis.. het zijn geen tekenen van kracht, maar manieren om niet te hoeven voelen wat daaronder leeft. Vaak is dat een spanning in het lichaam, een angst om minder gevonden te worden of de pijn van āik ben niet goed genoeg.ā Het schild dat ze optrekken beschermt eigenlijk een heel klein en kwetsbaar stuk dat gewoon erkend wil worden. Ook dat schild is, hoe gesloten het ook lijkt, een uitdrukking van dezelfde liefde die zichzelf in vermomming laat zien.. een liefde die zo kwetsbaar voelt dat ze zich verhult om niet opnieuw gekwetst te worden.
Daarin lijken we op elkaar: de ƩƩn verdedigt zich en de ander trekt zich terug. En soms is het precies andersom. Twee verschillende bewegingen, maar beide ontstaan uit hetzelfde verlangen om gezien en geliefd te worden. Beide zijn beschermlagen tegen dezelfde pijn van afwijzing, van niet genoeg zijn, van niet welkom voelen.
Wat ik langzaam begin te leren, is dat het niet gaat om de ander te overtuigen of om mezelf te forceren open te blijven. Het gaat erom dat ik het verdriet van niet-welkom zijn zacht kan voelen, zonder dat ik erdoor word meegenomen. Dat ik aanwezig blijf, ook als het ongemakkelijk is. Dat ik erken: ja, dit doet pijn. En dat ik tegelijk zie: zelfs dit verschijnt in de ruimte van liefde die nooit sluit. En misschien geldt dit ook voor als er een verdediging opkomt, in mij of in een ander, dat juist daar dezelfde kwetsbaarheid voelbaar wil worden en de uitnodiging ligt om niet nog harder te beschermen, maar even stil te staan bij wat geraakt wordt. En soms wordt het nog duidelijker: dit verdriet is niet alleen iets dat verschijnt Ćn liefde, het Ćs liefde.. in een vorm die vergeten is wie ze werkelijk is.
Dan hoeft wat ik deel niet langer afhankelijk te zijn van ontvangen worden. Want in wezen is het nooit mĆjn liefde die gedeeld wordt, maar de liefde die altijd al stroomt en door niemand wordt bezeten. Soms verschijnt ze helder, soms vermomd als een subtiele vraag om erkend te worden. Wanneer ik dat opmerk, kan ik mezelf ontmoeten in wat ik deel en herkennen dat liefde zelf nooit afhankelijk is van hoe het ontvangen wordt, maar altijd al hier aanwezig is.
En juist daar, in die kwetsbare openheid, kan ontmoeting soms weer vanzelf plaatsvinden. Niet omdat ik het forceer, maar omdat ik niet meer mee hoef te gaan in de dans van verdedigen en terugtrekken.
Misschien herken je deze dans in je eigen relaties: de momenten waarop jij je verdedigt of juist terugtrekt. Het kan pijnlijk zijn om die patronen te zien, maar het is ook een uitnodiging. Want precies daar waar het schuurt, kun je ontdekken dat de beweging van bescherming niet het einde van het verhaal hoeft te zijn. Er is altijd de mogelijkheid om stil te staan, te voelen wat er geraakt wordt en aanwezig te blijven bij de pijn zonder je ervoor af te sluiten.
Dan wordt zichtbaar dat verdedigen en terugtrekken niet meer zijn dan schaduwen die verschijnen in een veel grotere ruimte van liefde. Een liefde die niet afhankelijk is van ontvangen worden, maar die al aanwezig is.. ook in verdriet, ook in stilte, ook in het alleen-voelen. Vanuit die herkenning hoeft niets meer geforceerd te worden en kan werkelijke ontmoeting weer vanzelf ontstaan.
En misschien is dat wel de grootste uitnodiging die dit leven ons steeds opnieuw geeft: te herkennen dat zelfs de pijn die zo afgescheiden voelt niets anders is dan liefde die zichzelf herinnert.

Opmerkingen