Wat haar zorg in mij raakt
- Susanne Bouwmeester
- 11 minuten geleden
- 4 minuten om te lezen
Over moederlijke bezorgdheid, schuld en het herkennen van vertrouwen als zijnskwaliteit
Soms raken goedbedoelde woorden van een ouder aan een veel diepere laag dan we willen toegeven. Deze tekst schreef ik als onderzoek naar wat er geraakt wordt, en wat daaronder vrij wil komen. Niet als persoonlijke ontlading, maar als uitnodiging tot herkenning. Misschien resoneert het ook in jou.
Wanneer mijn moeder zegt dat ze zich zorgen maakt over mijn kinderen, lijkt het op het eerste gezicht iets liefs. Zorgzaamheid. Liefde. Maar ergens wringt het. Ergens schuurt het diep vanbinnen. Want wat ik werkelijk hoor is niet: "ik hou van ze", maar: "je doet het niet goed".
En wat daaronder ligt is niet alleen ergernis of irritatie, maar iets veel diepers. Een oud en doordringend gevoel van schuld. Alsof alle problemen die mijn kinderen ervaren uiteindelijk mijn verantwoordelijkheid zijn. Alsof hun pijn mijn falen weerspiegelt. Alsof ik als moeder tekortschiet, en misschien wel nooit geschikt was om moeder te zijn.
Maar de wond gaat dieper. Er is een zin die niet hardop wordt uitgesproken, maar wel voelbaar is in mijn systeem: mijn bestaan is oorzaak van lijden. Alsof ik, simpelweg door er te zijn, schade aanricht. Alsof het beter was geweest als ik er niet was geweest. Alsof ik mensen ongelukkig maak, mijn kinderen geen veilige basis heb gegeven, en wat ik in het verleden heb gedaan of nagelaten niet meer goed te maken is.
Wanneer mijn moeder zich zorgen maakt, hoor ik haar eigenlijk zeggen dat zij het beter had gedaan. Dat het niet goedkomt met mijn kinderen. Dat ik te weinig zie, te weinig bied, te veel fout heb gedaan. Het roept een diepe oude pijn op: een gevoel een teleurstelling te zijn. Alsof mijn bestaan op zichzelf al niet klopte. Alsof ik bewijs ben dat liefde tekort is geschoten, in mijn leven, in dat van mijn kinderen, en misschien zelfs al daarvoor.
De overtuiging die telkens wordt aangeraakt is dan niet alleen: ik faal als moeder, maar eerder: ik ben fout als mens. En vanuit die overtuiging krimp ik. Ik voel me schuldig, ik trek me terug, ik vertel haar minder, sluit haar een beetje buiten. Niet omdat ik dat wil, maar omdat ik mezelf moet beschermen tegen de schaamte die voelt alsof die me zou kunnen verteren.
En toch zie ik ook: het is niet waar. Het zijn verhalen. Gekleurde lenzen, gevormd in een vroeg leven waarin ik als kind leerde me verantwoordelijk te voelen voor hoe de ander zich voelde. Het voelt dan niet alleen alsof ik iets verkeerd doe, maar alsof ik zelf verkeerd ben. Alsof mijn gevoeligheid, mijn aanwezigheid, mijn keuzes⦠teveel waren. Te kwetsbaar. Te echt.
Haar woorden zeggen niets over wie ik werkelijk ben, en ook niet over haar. Misschien probeert ze wel iets uit te drukken waarvoor ze zelf geen taal heeft. Misschien is haar zorg een uitdrukking van een dieper zoeken naar vertrouwen in het leven. Een zoeken dat ik zelf ook ken. Niet als stille overgave, maar als onrustige beweging van de mind, op zoek naar houvast, naar controle, naar bevestiging dat het goed komt.
Maar het leven is geen rechte lijn. Het is een open veld waarin alles verschijnt: verdriet, vreugde, falen, liefde, zorg. Zelfs het idee dat ik het verkeerd heb gedaan, dat ik tekortschiet, verschijnt daarin, in dat open bewustzijn dat ik ben.
En ergens, voorbij het zoeken, opent zich soms zomaar een stille grond. Niet iets wat ik maak, maar iets wat me vindt. Alsof alles stilvalt, en niets hoeft te veranderen om goed te zijn. Alsof er een zachte bodem voelbaar wordt, die niet probeert te voorkomen dat er pijn is, maar die alles draagt. Dat is wat ik herken als vertrouwen. Niet het vertrouwen dat alles goedkomt, maar het vertrouwen dat alles er mag zijn. Niet gebaseerd op bewijs of uitkomst, maar als een kwaliteit van Zijn zelf.
In dat zien smelt het verzet. Mijn moeder is niet de vijand. Haar zorg is een golf in haar bewustzijn. Net als mijn reactie een golf is in het mijne. En toch⦠zijn we niet twee. Wat zich uitdrukt als schuld, zorg of pijn is niet wat ik ben, het verschijnt in wat ik ben.
Misschien is dat waar liefde begint. Niet in het vinden van de juiste woorden, of in het vermijden van pijn, maar in het herkennen van het stille vertrouwen waarin alles verschijnt. Een vertrouwen dat zich niet vastklampt aan uitkomst of oordeel, maar rust in het nu. En daar, in die rust, is er niemand meer die iets verkeerd heeft gedaan. En niets dat werkelijk verkeerd kan gaan.
Misschien herken jij ook hoe zorg of liefde van een ouder ongemerkt raakt aan een veel dieper oud verhaal. Misschien heb jij ook geprobeerd goed te zijn, beter, of onzichtbaar. Wat als je niets hoeft te herstellen? Wat als je precies goed bent zoals je nu verschijnt.. niet als persoon, maar als het bewustzijn waarin dit alles opkomt? Ik begeleid mensen in het herkennen van die stille openheid, waarin geen enkele overtuiging je nog hoeft te definiƫren. Voel je welkom om samen te zakken in wat je al bent. Liefdevolle groet,
Susanne

Comments